Op zaterdag 15 maart waren we te gast bij Harmonieorkest De Pinte. In het Cultureel Centrum De Zwaan te Nazareth woonden we de uitvoering bij van Rondom, een van de genomineerde initiatieven voor de prestigieuze VLAMO Award. De dag vooraf werd de uitvoering bijgewoond door verschillende doelgroepen waaronder mensen met een beperking en dat was goed verlopen. Nieuwsgierig betraden we de zaal. 

Geen klassieke opstelling, waarbij het publiek kijkt naar de muzikanten op de bühne. Wel stoelen die in een grote cirkel staan opgesteld, waarbij het publiek tussen de muzikanten plaatsneemt. Iedere bezoeker krijgt een schema en kiest naast wie men zit. Wou je altijd al eens zitten bij de sexy saxen, de warme hoorns, de diepe fagot of de tetterende trompetten? Dan is dit je kans! 

Centraal staat de dirigent. Ik neem plaats dicht bij de saxen en het dringt tot mij door dat deze opstelling met muzikanten en publiek bijzonder groot is. De afstand tussen de trombones, bassen en tuba’s aan de ene buitenkant en de klarinetten en hoorns aan de andere buitenkant is best wel ver. Hoe zal dit klinken? Zullen de muzikanten luisteren naar elkaar? En zal de dirigent erin slagen om zijn schapen samen te houden? Creatief en best wel een uitdaging, zoveel is zeker. Out of the box? Al helemaal. 

Een fijne heer, smaakvol gekleed, neemt het woord: “De instrumenten zijn gestemd. Nu is het aan de dirigent!” Die laatste beklimt de bok en neemt de baton ter hand. En de fijne heer vertelt verder: “Vandaag gaan jullie deel uitmaken van het orkest!” Instrumentengroepen worden voorgesteld en het verhaal van het werk, The Light Stone (Daniel Muck), wordt toegelicht. In Oostenrijk staat een kasteel, met lichte stenen opgebouwd. We krijgen een stukje te horen van het ochtendgloren, met de fluiten in de hoofdrol. Wat een verrijking, wat een effect. Middeleeuwse muziek volgt en doet de toehoorders denken aan minnestrelen, tamboerijnen, ridders en graven, pracht en praal. Ottomaanse troepen vallen het kasteel aan, bulderende kanonschoten zijn ons deel. Het publiek wordt actief aan het denken gezet en is nu helemaal klaar voor het beluisteren van dit muziekwerk. 

Het orkest laat daarna de luisteraar voelen hoe onweder klinkt. Door met de handen te wrijven maakt men wind. Wind maakt regen en dat wordt geëvoceerd door met de vingers te tokkelen en te knipperen als de regen harder wordt. Het publiek doet actief mee. Dit is een doeclinic, wie dacht een dutje te doen is eraan voor de moeite. Het onweer wordt harder, we slaan op de billen. Stampen met de voeten geeft donder en bliksem. Echt knap en duidelijk goed uitgevoerd, dit orkest heeft zich voorbereid. 

Muziek en emoties gaan samen en dat leren we tijdens de compositie Sheltering Sky (John Mackey). We sluiten onze ogen en luisteren. Wat is het effect? Verwondering, bewondering, blijheid, ontroering. 

Bij Rock Trap (William J. Schinstine) overstijgen de muzikanten zichzelf, verlaten de geijkte paden en daarbij hun comfortzone. Body percussion wordt ritmisch en overtuigend uitgevoerd. Vraag en antwoord. De ritmes volgen elkaar in snel tempo op, inclusief tempowisselingen. Vijf jeugdige gasten zitten op barkrukken in het midden rondom de dirigent en vuren het orkest aan. De jeugd is aan zet maar ook de oudere muzikanten doen voortreffelijk mee. Dit bereik je niet zomaar, dit is ongewoon, bijzonder en bovendien vermakelijk. Wauw, je hebt geen instrumenten nodig om muziek te maken. Met enthousiasme, volharding en ons eigen lichaam kom je al heel ver. 

Woordman Frank bedankt meerdere mensen die dit mogelijk gemaakt hebben en licht de nominatie voor de VLAMO Award toe aan het publiek. Wat is het, waar staat het voor en waar is het VLAMO-panel naar op zoek? 

Achteraf vraag ik enkele muzikanten hoe zij het uitvoeren van de body percussion hebben ervaren? “Het vraagt heel veel focus,” antwoordt Karel. Colombe (hoboïst, jong & vrolijk) antwoordt: “Lukt wel, door veel te oefenen.” Of hoe generaties elkaar vinden, samen muziek maken, stuwen naar eenzelfde doel. 

Harmonie, hoe mooi, ongewoon, verrassend en uitdagend kan het zijn? 

Tekst en foto’s: Geert Vanmaeckelberghe